Hoe zit het met de (winter)dip van jouw jongeren? Signaleer je zo’n dip als docent en wat doe je daar dan mee? Vragen die op dit moment nog steeds actueel zijn. Tijdens ons Blue Monday-webinar ging coach en therapeut Esther van Breukelen aan de hand van modellen die inzicht geven in impact en veerkracht rondom ingrijpende gebeurtenissen in gesprek met onze jongeren, de Young Reporters. Tijdens het webinar werden docenten betrokken en konden zij hun vragen stellen aan onze jongeren, de Young Reporters, of Esther zelf.

Speciaal voor jou hebben we de tips van Esther en de Young Reporters op een rijtje gezet!

1. Door de online lessen raakt de verbinding al gauw zoek. Lessen komen minder goed aan, motivatie wordt minder en het contact tussen klasgenoten is minimaal. Zorg er daarom voor dat je af en toe bij de student incheckt: hoe staat het ervoor? Gaat alles goed? Eén-op-één contact zorgt ervoor dat de student zich gehoord en gezien voelt, iets wat door de online lessen soms niet het geval is.

2. Organiseer structureel 5-minutengesprekjes of één-op-één momenten. Een vrije inloop is vaak toch te vrijbijvend: studenten voelen zich dan niet geroepen om te komen. Staat het 5 minuten-gesprekje vast, dan weet de student dat hij op dat moment aandacht gaat krijgen. Let op: deze gesprekjes hoeven niet “te officieel” te zijn. 

3. Geef voorafgaand aan je één-op-één moment een (voorbereidings)opdracht mee aan de student. Door het gesprekje voor te bereiden, weet de student precies wat hij kan verwachten én heeft hij zelf al goed nagedacht over de inhoud van het gesprek. Het gaat over de student, en dankzij deze voorbereiding kan hij goed sturing geven: dit is waar de student het over wil hebben, en zo wil hij graag geholpen worden. 

4. Studenten moeten veiligheid voelen om persoonlijke thema’s te durven bespreken. Zorg er daarom voor dat de student zich op zijn gemak voelt en dat de sfeer vertrouwd en veilig aanvoelt. Voelt de student veiligheid? Dan zal hij zich meer open durven stellen. Denk na over de vorm waarin het onderwerp besproken wordt. Wissel af tussen één-op-één, kleine groepen en de hele klas. Peer-to-peer is soms laagdrempeliger om iets te bespreken.

5. Complimenten geven een boost!

6. Gebruik de verliescirkel om te onderzoeken hoeveel leefgebieden geraakt worden en hoe groot de invloed is op het fundament van jouw student.

7. Jouw veerkracht wordt bepaald/gemeten door te kijken naar de impact van een gebeurtenis, de coping (hoe ga je zelf om met deze gebeurtenis?) en de support (hoe word je bijgestaan, gesteund en geholpen hierin?). Zoom in op deze gebieden samen met jouw student.

8. Zorg dat studenten bewust worden van verschillende copingstrategieën en dat zij uiteindelijk zelf een keuze kunnen maken. “Ik ga nu niet alleen maar Netflixen of gamen, maar ik ga eens een stuk wandelen, of gezonder koken voor mezelf.”

9. Support is van groot belang. Je ziet vaak dat mensen die nauwelijks support voelen, sneller stagneren of zich terugtrekken en daarmee steeds dieper wegglijden. Een fijne uitspraak hierin is: Je doet het wel zelf, maar je hoeft het niet alleen te doen.

10. Een fijne plek om te werken op school is waardevol. Het moet er dan rustig en veilig zijn.​​​​​​​

“Een 5-minutengesprek om te vragen hoe het met me gaat en hoe ik ergens over denk, zou mij al helpen.”

Aan de slag!

Wil je meer met dit onderwerp in je klas? Stuur Esther van Breukelen een berichtje: [email protected].

Op zoek naar input voor jouw lessen? Of, goede vragen? Neem dan contact met ons op voor een kosteloos inkijkexemplaar. 

[email protected]